-
1 Rede
Rede〈v.; Rede, Reden〉1 rede(voering), toespraak♦voorbeelden:2 große Reden schwingen • grootspreken, opscheppenschmutzige Reden führen • vuile taal uitslaanjemandes ständige Rede • iemands stokpaardjenicht der Rede wert sein • niets te betekenen hebbenjemandem die Rede abschneiden • iemand het woord ontnemendie Rede wieder aufnehmen • de draad weer opnemenvergiss deine Rede nicht! • vergeet niet wat je wou zeggen!〈 informeel〉 das verschlug mir die Rede! • ik was sprakeloos!darauf wollte er die Rede bringen • daarover wilde hij pratender in Rede stehende Brief • de brief in kwestie〈 informeel〉 davon kann nicht die Rede sein! • geen sprake van!jemanden zur Rede stellen • iemand ter verantwoording roepenjemandem Rede und Antwort stehen • iemand rekenschap gevenRede und Gegenrede • woord en wederwoord3 es geht die Rede, dass … • het gerucht gaat, dat …gebundene Rede • gebonden stijl -
2 jemandem Rede und Antwort stehen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem Rede und Antwort stehen
-
3 explication
explication [ekspliekaasjõ]〈v.〉1 uitleg ⇒ uiteenzetting, verklaring2 rekenschap ⇒ opheldering, verantwoording♦voorbeelden:explications jointes à un texte • verklarend commentaar bij een tekstdemander des explications à qn. sur qc. • iemand vragen om iets uit te leggendonner l'explication de qc. • iets verklarenfournir des explications • uitleg gevenje n'ai pas d'explication à vous donner • ik ben u geen verantwoording schuldigdemander des explications à qn. sur qc. • iemand ter verantwoording roepenje vous dois des explications • ik ben u een verklaring schuldigpas d' explication, obéis • niet tegensputteren, doe wat ik zegavoir une explication avec qn. • iemand opheldering geven, vragen; woorden hebben met iemandf1) uitleg, verklaring2) rekenschap, verantwoording -
4 compte
compte [kõt]〈m.〉1 berekening ⇒ telling, (het) aftellen, (het) opsommen♦voorbeelden:compte rond • rond getalle compte est bon • de berekening kloptfaire le compte • de rekening opmaken, de optelling makenfaire le compte de qc. à qn. • iemand iets voorrekenencompte à rebours • (het) aftellen2 〈 figuurlijk〉 compte d'apothicaire • overdreven gespecificeerde, ondoorzichtige gepeperde rekeningun compte en banque • een bankrekeningcompte chèque postal • (post)girorekeningcompte en participation • gezamenlijke rekeningcompte des pertes et profits, compte des profits et des pertes • winst-en-verliesrekeningcompte courant • rekening-courantcompte courant postal • (post)girorekeningcompte joint • gezamenlijke rekening, en/of-rekeningpasser en compte • op de rekening boeken〈 informeel, figuurlijk〉 avoir son compte • zijn portie gehad hebben 〈 mishandeld, dood of dronken zijn〉〈 figuurlijk〉 demander son compte • zijn loon verlangen, zijn baan opzeggendonner son compte à qn. • iemand betalen; iemand ontslaanle compte n'y est pas • de rekening klopt nietil n'a pas touché son compte • hij heeft niet gekregen waar hij recht op heefty trouver son compte • aan zijn trekken komens'installer, s'établir à son compte • voor zichzelf beginnenêtre à son compte • zelfstandig zijnprendre qc. à son compte • de verantwoording op zich nemenpour mon propre compte • voor mezelfacheter pour son propre compte • voor eigen rekening kopenpour le compte de • voor rekening van, in opdracht vanmettre qc. sur le compte de qn. • iets op iemands rekening schrijven, iemand iets verwijtenrendre compte de qc. • verslag uitbrengen over iets, iets vermeldense rendre compte de qc. • zich rekenschap geven van iets, iets beseffentu te rends compte! • stel je eens voor!compte rendu • verslag, recensie, beoordelingtenir compte de • rekening houden metêtre loin du compte • ver van de werkelijkheid verwijderd zijn, er ver naast zittenà bon compte • goedkoopil s'en est tiré à bon compte • hij is er goedkoop, zonder kleerscheuren vanaf gekomenà ce compte-là • zo beschouwd, als je zo redeneert, als iedereen zo zou denkenprendre en compte • rekening houden metpour mon compte • wat mij betreftlaisser pour compte • laten zitten, links laten liggenun laissé pour compte • een door iedereen in de steek gelaten persoon; 〈 van dingen〉 een afdankertjem1) berekening, telling2) rekening3) voordeel4) rekenschap, verantwoording -
5 expliquer
expliquer [ekspliekee]1 uitleggen ⇒ verklaren, ophelderen, duidelijk maken♦voorbeelden:2 zich verantwoorden ⇒ uitleg, rekenschap geven♦voorbeelden:1 je m'explique: • ik bedoel dit:je ne sais si je me suis bien expliqué • ik weet niet of ik duidelijk genoeg ben geweests'expliquer sur qc. • iets nader verklaren2 s'expliquer avec qn. • iemand opheldering, rekenschap, uitleg geven, vragens'expliquer avec qn. • het met iemand uitpratenv1) uitleggen, verklaren2) uiteenzetten -
6 book
n. boek; notitieboek; bundel--------v. boeken; bespreken; noterenbook1[ boek]5 (schrijf)boek ⇒ schrift, blocnote♦voorbeelden:be always at one's books • altijd met zijn neus in de boeken zittenswear on the Book • de eed op de bijbel afleggen4 book of words • tekstboek, libretto7 make/keep (a) book • wedmakelen, bookmaker zijn¶ bring someone to book for something • iemand voor iets rekenschap laten afleggen; iemand zijn gerechte straf doen ondergaanclosed book • gesloten boekread someone like a book • iemand volkomen door hebben〈 informeel〉 throw the book (of rules) at someone • iemand maximum straf toebedelen; iemand de les lezenby the book • volgens het boekje/de voorschriftenin my book • volgens mij, mijns inziensII 〈meervoud; the〉1 de boeken ⇒ kasboek, kantoorboek, journaal2 boek ⇒ register, (leden)lijst♦voorbeelden:on the books • ingeschreven, lid¶ open the books • de boeken (her)openen, de intekening openstellen————————book21 een plaats bespreken ⇒ een kaartje nemen, reserveren♦voorbeelden:1 book through • een doorgaand reisbiljet/kaartje nemenbook for Australia • passage boeken naar AustraliëII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 boeken ⇒ reserveren, bestellen, engageren2 inschrijven ⇒ registreren, noteren♦voorbeelden:1 book a passage • passage/overtocht boekenbook someone through • iemand een doorgaand reisbiljet geven2 book an order • een bestelling noteren/opnemenbook the guests in • de gasten (in het register) inschrijven -
7 s'expliquer avec qn.
s'expliquer avec qn.iemand opheldering, rekenschap, uitleg geven, vragen————————s'expliquer avec qn.
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Французский